Fietsend langs het erfgoed van Groningen
“ 'De roodbruine kloostermoppen, gebakken uit Groninger klei, geven ze karakter. Ze zijn van hier.' ”
De een noemt ze bakens van stilte, rust en bezinning, de ander roemt de robuuste uitstraling en weer een ander stelt dat ze samen één groot museum zijn. Soms halen we er Frankrijk of Toscane bij om te onderstrepen hoe mooi de Groninger kerken zijn. Maar eigenlijk hebben ze dat helemaal niet nodig. Ze zijn vooral zichzelf. En juist daarom zijn ze ontzettend bijzonder.
Veel van onze kerken hebben eeuwenoude wortels. De roodbruine kloostermoppen, gebakken uit Groninger klei, geven ze karakter. Ze zijn van hier. En de torens? Die zijn vaak niet eens zo hoog. Maar bovenop de wierden steken ze toch boven alles uit. Binnen is veel te ontdekken: van eeuwenoude muurschilderingen tot prachtig gemetselde gewelven. Om de Groninger kerken kun je gewoon niet heen.
Donatuskerk Leermens
Stokoud, dat is de Donatuskerk van Leermens. Hier is eeuwen aan gebouwd en verbouwd. Kijk maar naar de zijmuren van tufsteen. Dit deel is het oudst, uit 1050. In het dwarsschip wordt de tufsteen gemengd met rode kloostermoppen. In het dertiende-eeuwse koor neemt die ‘mop’ het helemaal over. Binnen spatten vijftiende-eeuwse schilderingen van de wand en het dak. Kijk eerst eens omhoog. Ontdek jij de symbolen van de vier Evangelisten? En zie je het Lam Gods in het gewelf? Sint Donatus, Sint Sebastiaan, Maria met kind en Sint Ursula kijken je vriendelijk aan vanaf de muren. En zorg dat je goed kijkt, want dan zie je dat onder de mantel van Ursula maagden schuilen. En wie is die gekroonde figuur naast Sebastiaan? Dat zou maar zo keizer Diocletianus kunnen zijn. De zeventiende-eeuwse preekstoel is het enig overgebleven oude meubelstuk. De rest ging verloren bij een brand in 1957. Dat gebeurde wel vaker. Vuur in de kerk, rode haan in het dak, zo riepen ze vroeger.
Mariakerk Krewerd
Dit vriendelijke kerkje staat op de wierde van Krewerd. Je kunt er uren naar kijken en haast vergeten dat je ook naar binnen kunt. Daar vind je het op een na oudste orgel van Nederland. Kenners komen van heinde en ver voor dit orgel. Hij doet het nog steeds. Ook zijn middeleeuwse schilderingen te zien. Kijk maar naar de baksteenimitatie en de plantmotieven op de gewelven. Bijzonder is het wapenschild. Het zit vol attributen van een bouwvakker: troffel, winkelhaak, hamer en bijl. Kan ook niet anders in zo’n mooi gemetselde kerk. Achter dit laat-Romaanse zaalkerkje gaat een verhaal schuil. De weduwe Tiadeke heeft een ernstig zieke zoon. Ze woont op een borg, vlak bij Krewerd. Ze belooft een kerk te bouwen als haar zoon beter wordt. Dat gebeurt, maar Tiadeke komt haar belofte niet na. Als zoonlief later kinderloos sterft, laat ze de kerk uit schuldbesef toch nog bouwen. De Mariakerk behoort tot Het Grootse Museum van Nederland: een collectie van de mooiste Nederlandse kerken. Nauwelijks verbazend, als je er langs bent geweest.
Sebastiaankerk Bierum
Als er één kerk stoer is, dan is het de Sebastiaankerk wel. Wat wil je ook met zo’n enorme steunbeer die de toren overeind houdt. Maar er is meer dat de kerk uniek maakt. Ooit gehoord van een ‘gereduceerd westwerk’? Dat is eigenlijk niet veel meer dan een kerktoren die is ingebouwd in de kerk. Klinkt doodnormaal maar dat is het niet, zeker niet in deze streek. De buitenkant oogt Romaans. De binnenkant met koepelgewelven en baksteenimitatie is meer laat Romaans van aard. Een kerk in overgangsstijl dus. De forse steunbeer is een stuk jonger. De angst op verzakking moet groot geweest zijn, anders bouw je niet zo’n magnifieke beer. Ook in Bierum moet je echt even naar binnen gaan. Kijk omhoog en aanschouw Christus, Catharina met het rad, Sebastiaan en Maria met kind. Jarenlang zaten ze verstopt onder een dikke laag kalk.
“ 'Je kunt er uren naar kijken en haast vergeten dat je ook naar binnen kunt.' ”